72 cesverbaal van overdracht bleek ens, dat, met behoud van recognitiën tot erkenning van het eigendomsrecht van den staat, de overdracht zou geschieden in beheer en onderhoud, onder afstand van alle rechten. Deze scheiding van eigendom en overdracht, samengekoppeld met afstand van alle rechten, gaf ons aanleiding tot het vragen van in lichtingen. Deze werden verstrekt maar onvoldoende, zoodat verdere briefwisseling volgde, welke echter niet tot resultaat leidde. Inmiddels was het plan tot rioleering van het bedoeld wegsgedeelte, waarop reeds zoo geruimen tijd was aangedrongen, belichaamd in de gemeente-begrooting voor den dienst van 1899. Het kwam ons wenschelijk voor ten deze het gevoelen in te winnen van de rechtsgeleerden in uwe vergadering, en deze uwe medeleden waren van oordeel, dat, met het oog op het publiekrechterlijk bezit, aan den gestelden eisch wel kon worden toegegeven. Ook onzerzijds moest daarin berust worden, waartoe wij te eerder overhelden, omdat wanneer de quaestie hangende bleef, de onhoud bare toestand ter plaatse, wie weet voor hoe langen tijd, onopgelost zou blijven. In deze omstandigheden richtten wij tot U een schrijven, dat ter tafel kwam in uwe vergadering van den 30. December 1898, en waarbij wij U onder overlegging der gewisselde stukken, voorstel den, liet door U den 2 Juli 1898 genomen besluit in zoover te wijzi gen, dat de overdracht niet in eigendom en onderhoud, maar in be heer cn onderhoud zou geschieden. Met dit ons voorstel vereenigde zich uwe vergadering. 16 Februari 1898. XVII. Besluit tot het In uwe vergadering van den 16 Februari 1898 kwamen twee voor van opcenten stellen in om de bij besluit van den 23. October 1897 afgeschafte op- op de hoofd- cen[on 0p q0 hoofdsom der personeele belasting weder in te voeren, somderpereo- L 1 neele belas- als een van den heer J. H. Witsenborg, tot het bedrag, zooals vroeger door burgemeester en wethouders was voorgesteld (65)en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 119