78
Besloten werd
1°. aan de Ginnekensche tramwegmaatschappij, met wijziging
van art. 1 der concessievoorwaarden, vergunning te verleenen
tot het leggen eener hulplijn door de St, Janstraat in aan
sluiting aan de bestaande tramrails in de Ridderstraat en de
Veemarktstraat, doch enkel voor den tijd, dat de thans loo-
pende concessie van kracht zal zijn
2°. de 6e alinea van art. 15 der concessievoorwaarden te wijzigen
en als gevolg van een voorstel van den heer Mr. Bloemarts
te doen luiden als volgt
„Br mag tegelijk slechts één rijtuig als voertuig gebezigd
„worden. Met vergunning van burgemeester en wethou-
„ders zal het echter geoorloofd zijn de trambaan met
„twee, door twee paarden getrokken, aan elkander ge
koppelde rijtuigen te berijden.
12 Maart 1898.
XX.
Het leggen van Het verzoek ten aanzien van het ter zijde bedoelde onderwerp ge-
rails naar de
traraloods op schiedde ten gevolge van de omstandigheid, dat de kunstweg, waarop
ker te°1Ginne-c'e ver'angde aansluiting zou worden gemaakt, ook ten deele in on-
ken. derhoud is bij de gemeente Breda.
Tegen het inwilligen van dit verzoek bestond bij U geen beden
king.
9 April 1898.
XXI.
Ontheffing De ter zijde bedoelde ontheffing werd U gevraagd door L. C. K.,
bodsbepalinó-. me*i betrekking tot het bouwen van vier woningen op het perceel
vervat in art gemeente Breda sectie A N°. 4966.
4 der verorde-
ning op de Ons prae-advies verlangd zijnde, deden wij U in uwe vergadering
bouwpobtie. van (jRn 7 Hei 1898 kennen, dat ten aanzien dezer aanvrage dezelfde
consideratiën aanwezig waren als bij de beschikking van 4 December
1897 (zie gemeenteverslag 1897 blz. 104106) op het adres van den
zelfden verzoeker hadden gegolden, zoodat in overweging werd ge
geven gunstig op het verzoek van adressant te beschikken, waarop
door U besloten werd het verzoek toe te staan, onder voorwaarde,