XXII.
79
dat de voorgevels der te bouwen woningen zouden worden opgetrok
ken op een afstand van minstens 5 meter uit de scheiding van het
aangrenzende perceel sectie A N°. 4965.
9 April 1898.
Uitbreiding In uwe zitting van 9 April 1898 kwam ons schrijven ter tafel,
■w der ara- waarbij wij, onder overlegging van een schrijven van de commissie
yerkDOD°totVoor amka,chtsschool, waarin gewezen word op het gebrek aan
it einde vanruimte voor werkplaaats der smeden, niettegenstaande de uitbrei-
BbhrijvingeD
>[het groot- ding, die het schoolgebouw in 1895 had ondergaan, U in overweging
huid'"' Saven te besluiten tot uitbreiding van de ambachtsschool door bij
bouw van een lokaal aan de op de binnenplaats vrijstaande schil
derswerkplaats en de kosten daarvan,, begroot op f 3300.te dek
ken door verkoop van inschrijvingen in liet grootboek der Neder-
landsche werkelijke schuld, door welk laatste, in verband met het
thans belegde kapitaal, niet werd te kort gedaan aan den wil van
den erflater.
De voorzitter, meenende dat bij enkele leden twijfel bestond over
de bevoegdheid van den raad, om de kosten der uitbreiding te dek
ken door verkoop van inschrijvingen op het grootboek, stelde voor,
hieromtrent een onderzoek te doen instellen door eene commissie,
bestaande uit de rechtsgeleerde leden van den raad.
Hiertoe werd besloten, onder toevoeging aan de commissie van
den heer Verschraage, op voorstel van den heer Rombouts.
Bij monde van den heer Mr. van Dam bracht de voorbedoelde
commissie in uwe vergadering van den 3 Juni 1898 het volgend ver
slag uit
„Bij besluit van Uwen Raad, dato 9 April 1898, werd aan de
„ondergeteekenden opgedragen om te willen dienen van bericht en
„advies omtrent de vraag, of, met het oog op de uitbreiding der lo-
kalen van de ambachtsschool, de raad de bevoegdheid heeft om de
„kosten dier uitbreiding te dekken door verkoop van inschrijringen
„op het grootboek, behoorende tot het fonds van gemelde stichting,
„tot een bedrag van f 3300.
„Bij de beantwoording dier vraag dient in de eerste plaats er op
