90 ling ten deze, krachtens de bepalingen der algemeene politieveror dening, geheel tot de competentie behoort van burgemeester en wethouders. Enkel zou het dagelijksch bestuur eene proef willen nemen tot beperking der markturen van 9 tot 12, om, wanneer die proef mislukt, tot den bestaanden toestand terug te keeren. Op eene vraag van den heer Reigersman, waarom deze zaak bij den raad in behandeling was gebracht, antwoordde de voorzitter, dat het adres van de betrokken landbouwers aan den raad was gericht en daarop advies was verlangd van de kamer van koophandel en fabrieken. Daarop werden de overgelegde stukken aangenomen voor kennis geving. 2 Juli 1898. XXXII. Toekenning Ook bij een vorigen tooneelwedstrijd, uitgeschreven door dezelfde van een zilveren j-er zii(je genoemde kamer, werd door U een zilveren lauwerkrans lauwerkrans voor den too-toegekend. Het verzoek, om voor een gelijken wedstrijd, te houden neehvedsfrijd jn ([cn winter van 1898 op 1899, weder zulk een krans beschikbaar uitgeschreven doorderelerij-te stellen, ontmoette bij U geen bedenking. De wedstrijd had plaats Vreugdendal *er v'er^nS van h"-t dertigjarig bestaan der kamer. 2 Juli 1898. XXXIII. Verzoek om Een verzoek van J. van H., landbouwer te Ginneken om onthef- °verWsbep6r van verbodsbepaling, gesteld in de le alinea van art. 4 der ling, gesteld in verordening, regelende de bouwpolitie, met betrekking tot het bou- ait. 3derveror-wen van zeg arbeiderswoningen, werd door U in onze handen gesteld dening regelen- de da bouwpo om prae-advies. In Uwe vergadering van den 30 Juli d. a. v. deden wij U kennen heit volgende „De gang naar de perceelen, waarop adressant dei woningen wenscht „te bouwen, heeft op het smalste gedeelte eene breedte van 3 meter, „alzoo voldoende aan de tweede alinea van art. 4 der verordening. „Zooals op de plattegrondteekening van de te stichten gebouwen „is aangegeven, blijven de voorgevels op 3 meter afstand van een „aan een ander toebehoorend perceel verwijderd, welke breedte als „toegang tot de woningen is bestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 137