91 „De twee eerste woningen blijven met de achtergevels op slechts „één meter afstand van het aan een ander toobehoorend perceel ver wijderd, doch eene breedte van 2,60 meter van dat perceel is onbe bouwd, zoodat eene breedte van 3,60 meter achter de twee eerste „woningen onbebouwd blijft. „De vier volgende woningen blijven met de achtergevels op 2,50 „nieter van de aan anderen toebehoorende perceelen verwijderd, „welke laatste perceelen evenwel geheel bebouwd zijn. „De te sloopen stallen, schuren enz. verkeeren in zeer slechten „staat, terwijl de onbebouwde erven daaromheen meerendeels mest vaalten zijn, welke, indien het verzoek wordt toegestaan, komen te „vervallen, waaruit ongetwijfeld een betere sanitaire toestand, zoo- Wel voor de perceelen in kwestie als voor de omgeving, geboren „wordt. „Voor de te stichten woningen blijft, met inbegrip van de gang, „eene onbebouwde ruimte van ongeveer 20 meter, zoodat indien door „de eigenaren daarvan te eeniger tijd het plan mocht bestaan ook „aldaar woningen te bouwen, de gelegenheid bestaat eene ruimte „van 7 a 8 meter tusschen de voorgevels der wederzijdsehe woningen „te behouden. „De te stichten woningen krijgen slechts eene verdieping gelijk- „straats, zoodat van overbevolking aldaar redelijkerwijze geen sprake „kan zijn. „Het wil ons toeschijnen, dat, op grond van het bovenstaande, er „aanleiding bestaat het verzoek van den adressant in te willigen, on- „der voorwaarden, dat de gang vóór de woningen gerioleerd en over „de volle breedte worde bestraat, en dat elk der woningen worde „voorzien van water uit de gemeentelijke waterleiding. „Tegen een en ander bestaat bij adressant, volgens diens monde linge verklaring, geen bezwaar." Op de vraag des voorzitters, of de vergadering zich met dit voorstel kon vereenigen, gaf de heer Slechtriem in overweging, onder de voor waarden alsnog de bepaling op te nemen, dat de te stichten gebouwen geene afzonderlijke bovenwoningen zouden mogen bevatten. Zouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 138