97
30 Juli 1398.
XXXVII.
Het verstrekken In Uwe zitting van 30 Juli kwamen twee adressen ter tafel van
tra de gemeente".011 geveer gelijke strekking: 1° van F. J. de Boode, verzoekende ten
behoeve zijner woningen gelegen onder Prinsenhage, bij de suikerfa
briek, eene standkraan van de waterleiding te plaatsenen 2° van
C. Loijens, lucifersfabrikant, verzoekende zijne fabriek, gelegen on
der de gemeente Teteringen, aan te sluiten aan de gemeente-water
leiding.
Beide adressen werden, ter fine van prae-advies, in handen gesteld
van burgemeester en wethouders en de commissie van bijstand in het
beheer der waterleiding.
Dit prae-advies deden wij U geworden in Uwe vergadering van
den 15 October 1898 en luidde als volgt:
.Reeds in Uwe vergadering van den 22. December 1893 maakten
„soortgelijke adressen een onderwerp Uwer beraadslaging uit en al
gemeen toonde Uwe vergadering toen goedgezind het voorstel van
„de toenmalige commissie' voor de waterleiding, om water uit de wa
terleiding te verstrekken aan de fabrieken in de onmiddellijke na
bijheid der gemeente gelegen.
„Overwogen werd, dat de meeste werklieden dezer fabrieken wo-
„nen in de gemeente Breda en slecht water eene bron van infectie
„kan worden, gelijk reeds tweemaal bij deze fabrieksarbeiders zich
„de eerste choleragevallen hadden voorgedaan.
„Besloten werd toen, aan de fabrieken, in de onmiddellijke nabij
heid der gemeente gelegen, onder bepaalde voorwaarden, water te
„leveren uit de waterleiding, en verder geen water uit de waterlei
ding in buiten de gemeente gelegen woningen van particulieren te
„verstrekken dan bii besluit van den gemeenteraad.
„De adressen, die thans een onderwerp van dit schrijven uitma
ken, vallen geheel onder de bepalingen van dit besluit.
„Het verzoek van C. Loijens, lucifersfabrikant, sluit geheel aan
aan vroegere van dien aard en daarop is Uw bovenvermeld be-
„sluit van toepassing.