103 Breda, zonder in de lasten dezer gemeente eenig noemenswaardig bedrag te betalen, nu ook nog gas en water te leveren, zal men het wonen in die gemeenten natuurlijk nog aanlokkelijker maken, zoo dat niet alleen de vreemdelingen die zich in deze streken komen ves tigen, maar ook stadgenooten daar meer en meer hun woonplaats zullen kiezen, ten nadeele van Breda in 't algemeen en van de eige naars van vaste goederen in 't bijzonder. 3. Allerminst konden deze leden zich vereenigen met de zooeven medegedeelde optimistische beschouwingen omtrent de gasfabriek. De capaciteit van zulk eene fabriek wordt belieerscht door de maximum hoeveelheid van per etmaal verbruikt gas. In 1896 was dit cijfer 11 050 M3., in 1897 11 650 M3.houdt deze vermeerdering nog 4 jaren aan, dan zal op dat tijdstip het maximum verbruik per etmaal tot 14 000 M3. gestegen zijn. Uit het rapport van den directeur blijkt, dat dan de fabriek uitgebreid zal moeten worden, waarmede een uit gaaf van f 140 000 zal gemoeid zijn, terwijl reeds vroeger, bij een maximum verbruik van 13000 M3. per etmaal, belangrijke uitgaven zullen noodig zijn. Is het nu, werd gevraagd, terwijl de wetenschap steeds voortgaat vorderingen te maken, ook op liet gebied van kunstlicht, en men on mogelijk kan zeggen, hoe over eenige jaren de toestand zal zijn, niet onvoorzichtig en ongeraden, om het tijdstip waarop wij eene beslis sing zullen moeten nemen, ter wille van een misschien denkbeeldige winst, te verhaasten? 4. Wat het water betreftwij zijn nog lang niet genaderd tot het maximum verbruik in onze gemeente, en met het oog op de be palingen in de overeenkomst met den Staat der Nederlanden, waarbij ons altijd nog het zwaard van Damocles boven het hoofd hangt, achtte men het ongeraden, dat verbruik onnoodig te gaan uitbreiden, te meer omdat reeds enkele zuigputten onzer prise d'eau defect zijn, waarvan meerdere deskundigen, na nauwgezet onderzoek, nog geen verklaring hebben kunnen geven. Voorloopig wekt dit weliswaar geen bezorgdheid, maar voorzichtigheid blijft geboden. Op een en ander werd door de eerstbedoelde leden gerepliceerd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 150