114 „den zijtak van Oosterhout naar Breda water kan worden aange roerd om de rivier zooveel mogelijk op zeker peil te houden en het „heemraadschap van de Mark en Dintel in vele gevallen onafhan kelijk zal kunnen blijven van willekeurige eischen van het bestuur „van de Haven en Sassen van Zevenbergen, dat, zooals nog onlangs „is gebleken, ongemotiveerde verhooging vraagt van kosten, om langs „dien weg water op de rivier „de Mark" in het belang der scheep- vaart in te laten. „Slechts een der leden Uwer commissie was, ook onafhankelijk „van deze beschouwingen, ongenegen eene subsidie te verleenen. „Resumeerende heeft de meerderheid Uwer commissie de eer aan „Uwe vergadering voor te stellen om aan het ontworpen scheep- vaartkanaal van de Zuid-Willemsvaart over Tilburg en Oosterhout „naar den Amer, met zijtak naar Breda, eene subsidie van f 100000 „te verleenen, onder de voorwaarden, bij besluit Uwer vergadering „van 22 December 1890 en bij besluit van 5 December 1891 aange- „vuld, vastgesteld." Nadat de voorzitter had voorgesteld de stukken ter visie te leggen voor de leden, bracht de heer Van Hal een woord in het midden ter bespoediging van de beslissing dezer zaak, waarna werd besloten haar in behandeling te nemen over acht dagen. Inmiddels werd op voorstel van den heer Mr. Ingen-Housz het geheele dossier van vroegere en latere stukken, betrekking hebbende op het scheep vaartkanaal, ter inzage gelegd in de leeskamer van den raad. In behandeling kwam de zaak in Uwe vergadering van den 22sten October 1898. De heer Witsenborg meende, dat het thans niet de vraag gold, of de gemeente eene subsidie van f 100000. zou verleenen, omdat daartoe reeds vroeger besloten was. Uitsluitend ten dienste der scheepvaart had het kanaal voor Breda weinig waarde, doch geheel anders was dit ten opzichte der waterverversching. Spreker betuigde adhaesie te schenken aan het voorstel, mits de voorwaarden, sub 4 en 5 gesteld, werden in stand gehouden. De voorzitter trad in uitvoerige technische beschouwingen, ten be- tooge dat de gestelde voorwaarden met kracht moesten blijven ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 161