124 Een paar punten wenschen wij te releveeren, behandeld bij het vaststellen der gemeente-begrooting, dienst 1899. 26 November 1898. LIL Eerste oprich- p>ee(js ,je memorie Van toehchting, van welke de burgemeester tmg van een' politiepost. in het vorig jaar diens voorstel tot uitbreiding der politie deed ver gezeld gaan, werd het plan geopperd, om drie hulpbureaux van politie op te richten, en wel één aan het station van de S.S., één aan de Nieuwehuizen en één in de nabijheid der Nieuwe Ginnekenstraat of van het Wilhelminapark. Het kwam toen daarover niet tot eene beslissing. Thans hadden burgemeester en wethouders in de begrooting voor den dienst van 1899 eene som voorgedragen tot oprichting van één politiepost, en wel aan de Schorsmolenstraat, kort bij de Nieuwehui zen. Bij het onderzoek der begrooting in de afdeelingen van den raad, gaf dit onderwerp stof tot bespreking, welke haar weg vond in het raadsverslag over bedoeld onderzoek, doch de motieven, aangevoerd door burgemeester en wethouders in hunne memorie van antwoord, leidden er toe, dat tot de oprichting van den voorbedoelden politie post besloten werd. 26 November 1898. LIII. ^gen^het te" Blijkens het raadsverslag, was bij het onderzoek in de afdeelingen invoeren van der begrooting voor den dienst, van 1899 door verschillende leden de metwstehel" vraaS gesteld, of de wenschelijkheid der invoering van muntgasme ters nog niet was overwogen. In onze memorie van antwoord vermeldden wij daaromtrent het volgende „Het invoeren van muntgasmeters is meermalen in de vergadering „van burgemeester en wethouders en de commissie van bijstand be sproken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 171