128 memorie van toelichting, waaraan wij het volgende ontleenen „In 1878 nam de gemeente Breda de reiniging der straten en plei- „nen, zoomede de verzameling en den afvoer der faecaliën, in eigen „beheer en werd alstoen het zoogenaamde verbeterde tonnenstelsel „ingevoerd. „Bij de hygiënisten gold toen de leer, dat voor de verzameling en „den afvoer der faeces het Liernur-stelsel en het verbeterde tonnen stelsel de eenige afdoende middelen waren om deze stoffen te ver- wijderen zonder den bodem, het water en de lucht te verontreinigen. „Gedeeltelijk is men hierop teruggekomen, toen de ondervinding „van eenige jaren leerde, dat putten of bakken van cement of ijzer „daarvoor evenzeer geschikt waren. „Nadat gedurende de eerste drie jaren deze tak van dienst een te- „kort opleverde, kon reeds het vierde jaar op een oogenschijnlijk „goed slot van f 879.40 gewezen worden, terwijl dit saldo afwisselend „veel hooger werd, zooals uit staat C blijkt. „Deze baten zijn echter in werkelijkheid niet verkregen, aangezien „die verminderd behooren te worden met het bedrag der rente en „amortisatie der kosten van aanleg. „Staat A geeft aan, dat tot en met 31 December 1897 de aanleg- „kosten hebben bedragen f 81645.32 en wanneer daarvan 3J; „rente en 2 voor amortisatie, alzoo f 4490.49 worden afgetrokken, „dan blijkt uit staat C, dat slechts zes van de twintig exploitatiejaren „een goed slot hebben opgeleverd. „De laatste jaren wijzen op eene regelmatige vermindering der „geldelijke opbrengst en zulks niettegenstaande de hoeveelheden der „.verzamelde faecaliën steeds stijgen, een gevolg van de invoering der „pneumatische lediging der beerputten, zoomede van de toename der „bevolking." In bedoelde memorie werd vervolgens geschetst de oorzaak dezer vermindering, onder aanhaling van den toestand in vele andere ge meenten, alwaar eveneens de invloed der dalende prijzen van de mest stoffen zich deed gelden, waarna werd voortgegaan als volgt „Uwe commissie vermeent, dat de tijd gekomen is om in dezen „toestand verbetering aan te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 175