143 IJ itg-aven. Hoofdstuk. 1 i AARD DER UITGAVEN. Bedrag. I. Jaarwedde van den burgemeesterf 2400 van de wethouders- 1499,923 Presentiegeld van de leden van den raad - 840,- Jaarwedde van den secretaris- 2200. Jaarwedden van de ambtenaren ter secretarie (drie afdeelingen) en van den archivaris - 8350,— Jaarwedde van den ontvanger- 4127,235 van den deurwaarder- van den gaarder van rechten en Jaarwedde van den brugwachter- Jaarwedde van den marktmeester- 2612,40 Belooning voor de schatting van dranklocali- teiten- Belooning opzichter algemeene begraafplaats - Vaste wedde van f 50,en 40% van recht Jaarwedden der ambtenaren van politie en der keurmeesters van vleesch en visch- 23198,74 Kleeding, wapening, brandstoffen en bijzondere uitgaven ten dienste der politie- 2271,043 Jaarwedden van den bouwkundige, den mees terknecht bij de gemeentewerken, den op zichter der beplantingen, den klokkenist, den uurwerkmaker, den concierge van het ge meentehuis, de beambten der vischmarkt, den opzichter-boekhouder bij de gemeentewer ken en een tweeden opzichter- 7299,39 Pensioenen en wachtgelden- 1195,- Reiskosten burgemeester en wethouders. - - 6, II. Schoonhouden en meubelen van het raadhuis. - 892,035 Kosten van vei warming, bureaubehoeften enz. - 1059,805 Over te brengen. f 57951,635

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 190