148 De uitkeering van het rijk, krachtens de wet van 24 Mei 1897, (Staatsblad Xo. 156), komt Breda niet ten goede. Gedetailleerd blijkt zulks uit de volgende ingezonden en goedgekeurde Opgaaf, volgens art. 5 van het Koninklijk besluit van 29 December 1897 Staatsblad Xo. 269). De gemeente is in de tabel, gevoegd bij de wet van 16 April 1896 (Staatsblad Xo. 72) gerangschikt in de zesde klasse. De bevolking op 1 Januari 1897 bestond uit 25168 inwoners. Het getal der op 15 Januari 1897 tot woning dienende percee- len wordt dus volgens art. 2 6 der wet gesteld op 251686292 4 Daarvan vielen in de personeele belasting8617 Blijft voor het getal der onbelaste perceelen 2675 ■Volgens voormelde wetsbepaling wordt het totaal der huurwaarde van de onbelaste perceelen gesteld op 2675 x f 50.133 750.— Het totaal der belastbare huurwaarde van de ove rige perceelen bedraagt- 656 184.53 Zoodat het totaal der huurwaarde van al de be doelde perceelen wordt gesteld opf ~89 964.od

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 195