193 Dit had ten gevolge dat zij in het verloop van dien zomer nieuwe zuig- of vezelwortels maakten, waarmede zij in het voor jaar 1898 werden overgebracht. De weersgesteldheid na het verplanten was tot het begin der maand Augustus, vrij gunstigdoor de lieerschende hitte na dat tijdstip, werd de grond voor het doorgroeien evenwel te heet en te droog, en moesten deze hoornen tot in het najaar voortdu rend worden aangegoten. Verschillende dezer hoornen werden bij het einde van den zomer door de iepespintkever (Eccopto- gaster scolvtus) aangetast. De geplante hoornen op de Leuvenaarstraat van de Gasstraat af tot voorhij de Xieuwe Dieststraat, alsmede de iepeboomen op den X ieuweweg, zijn met houten afrasteringen omzet. In aanmerking genomen de zwaarte en den ouderdom dezer verplante hoornen, en het ongunstige weer in den nazomer, is deze beplanting vrij goed geslaagd. Het rooien der hoornen, volgens rapport van reorganisatie, en het rooien van 18 iepeboomen in de Ceresstraat, is ook ditmaal onder eigen beheer uitgevoerd. Volgens rapport van onderzoek naar den toestand der hoo rnen, waarvan gevaar te duchten was, door H. H. burgemeester en wethouders gelast, en uitgevoerd door den heer W. H. van Berkum, boschwachter in het „Liesbosch, den heer Abr. Bak keren, boschwachter in het „Mastbosch", en H. C. Waals, op zichter der gemeente-beplanting, werd voorgesteld den linde boom op de Groote Markt te doen rooien. Nadat dit rapport door den gemeenteraad was goedgekeurd, werd de bewuste lindeboom dato 27 Januari 1898 door het per soneel der beplantingen geveld. De boomen op verscheidene singels, welke nu twee jaren eene dubbele ruimte hebben, krijgen een statige groeikracht en vor men zich tot mooie kruinen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 240