Verslag van het gemeente-ziekenhuis te Breda, over het dienstjaar 1898. 225 De commissie van beheer over het stedelijk ziekenhuis te Breda heeft de eer FEd. Achtb. aan te bieden het verslag be treffende den toestand van bovengenoemd gesticht gedurende het dienstjaar 1898. Evenals in voorgaande jaren, werden in het ziekenhuis weder opgenomen armlastige, ook bij uitzondering niet armlastige zieken, welke om bijzondere redenen niet in andere ziekenin- richtingen hier ter stede kunnen worden behandeld, waaronder behoeftige kraamvrouwen, publieke vrouwen, voorloopig ver pleegde krankzinnigen, onder politietoezicht zijnde verwonde personen enz. Op 1 Januari 1898 waren in het ziekenhuis aanwezig 4 man nen en 2 vrouwen. Opgenomen werden gedurende het jaar 9 mannen en 25 vrouwen, waarvan 2 mannen en 3 vrouwen wer. den opgezonden naar het krankzinnigengesticht. Overleden 1 man en 1 vrouw. Aanwezig op 31 December 1898 ééne vrouw. Het aantal verpleegdagen gedurende dit jaar bedroeg 916, waarvoor aan den concierge voor voeding is uitbetaald de som van f 470,91. In de afdeelingen, bestemd voor besmettelijke ziekten, zijn in genoemd jaar geen opnamen van patiënten voorgekomen. De verpleegden in het stedelijk ziekenhuis waren meestal pu blieke vrouwen, behoeftige kraamvrouwen en ter observatie op genomen krankzinnigen. In het lijkenhuis werden opgenomen vijf, door verdrinking of om andere oorzaken overledenen die, na door de stadsgeneeshee-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 272