234 in deze gemeente grootendeels moet worden slecht bevonden en dat dit tot aanbeveling moet strekken, dat de inwoners dezer stad zich zooveel doenlijk van het water uit de stedelijke drink waterleiding voorzien. Ook uit de weinige gevallen van fehris typhoïdea, die zich, na het ingebruik stellen der stedelijke drinkwaterleiding, hier slechts voordoen, blijkt ten duidelijkst het groot hygiënisch nut der gemeentelijke drinkwaterleiding. In de vergadering der G.-C. van 26 October was ingekomen een brief van J. van Tilburg, dd. 16 September 1898, inhouden de het verzoek dat de G.-C. een onderzoek zoude instellen naar eene afwatering in een gang of slop, gelegen tusschen zijn huis en de woning, toebehoorende aan (nu wijlen) J. Vermeulen, aan den Teteringschen dijk, wijl deze afwatering niet voldoende is en stank en ongerief veroorzaakt. De G.-C. besluit met toezending der genoemde missive, een schrijven te richten tot het dagelij ksch bestuur, inhoudende het verzoek de G.-C. te willen inlichten of art. 38 der verordening, regelende de bouwpolitie in deze gemeente, hierop van toepas sing is. Hierop ontving de G.-C. een schrijven van het 1). B. waarin, onder mededeeling dat genoemd art. 38 hierop van toepassing is, de G.-C. werd uitgenoodigd, volgens art. 39 der genoemde ver ordening, in vereeniging met den gemeente-architect, een on derzoek in te stellen of genoemde gang, wegens onbehoorlijke afwatering op de openbare wateren of riolen, schadelijk voor de gezondheid moet worden beschouwd, met opgave der aan te brengen verbeteringen van dien gebrekkigen toestand. Va ingesteld onderzoek door eene commissie uit de G.-C. en uitgebracht rapport, besloot de vergadering dat art. 39 der ge noemde verordening op de bouwpolitie in dit geval van toepas sing is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 281