258
III. Doodschouiv.
Met het verrichten der doodschouw, bedoeld hij art. 4 der wet
van den 10. April 1869 (Staatsblad Xo. 65) was in 1898 belast
de gemeente-geneesheer Dr. P. A. Bossers.
Op het einde des jaars werd als zoodanig voor 1899 aangewe
zen en beëedigd de gemeente-geneesheer Dr. J. P. Hofman.
IY. Arbeidswet.
In 1898 zijn uitgereikt 534 arbeidskaarten.
Ultimo December waren in omloop 223 arbeidskaarten voor
jongens en 120 voor meisjes.
In 208 der bestaande fabrieken en werkplaatsen was opgehan
gen eene lijst, als bedoeld in artikel 11 der arbeidswet. 120 meis
jes beneden den leeftijd van 16 jaren waren daarin werkzaam.
Door de gemeentelijke politie werden 53 bijzondere en 2 al-
gemeene inspectiën over fabrieken en werkplaatsen gehouden.
Wegens overtreding van de arbeidswet, werden door de amb
tenaren der gemeente-politie opgemaakt 7 processen-verbaal.
Y. Brandweer.
Bij ons besluit van den 29. September 1898 werd, op hun ver
zoek, met ingang van den 10. October 1898, meest eervol en on
der dankbetuiging voor de vele belangrijke en goede diensten ai
hunne betrekking bij de brandweer aan de gemeente Breda be
wezen, ontslag verleend aan de heereni
J. M. Ingen Housz-Bootz, als opperbrandmeester.
Mr. A. L. van Driel Krol, als adjunct-opperbrandmeester.
J. M. Marijnen, als brandmeester in kring II.
Mr. F. E. Pels Rijcken, als brandmeester in kring III.
J. M. A. C. J. Smits, als brandmeester in kring IV.