Brandweer
260
Opperbrandmeester de heer P. A. F. de Bont.
Adjunct-idem de heer C. J. R. M. Laürijssen.
BRAND-
KRINGEN.
BRANDMEESTERS.
ONDERBRANDMEESTERS.
Bijzonderheden.
I.
F. J. II. van Wessem.
C. de Kanter.
P. M. Kuselbos.
F. de Volder.
De bode der brandweer
geniet 50. - per jaar en
de opzichter van het ma
terieel 9.— en 1.50 in
de week voor woning.
II.
III.
R. G. J. L. Smagghe.
F. A. Lindeman.
P. J. Schellekens.
J. Mol.
C. A. Beens.
J F. Snelders.
G. v. d. Sande.
J. A. Willemse.
De toelage aan de on
derbrandmeesters en de
belooning der wekkers en
brandgasten is geregeld by
art. 3 der verordening op
de brandweer, vastgesteld
door den gemeenteraad den
16 Juni 1894 en gewijzigd
bü besluit van 4 Januari
1896.
IV.
II. J. J. de Pauw Gerlings.
G. van der Velden.
W. J. van Dongen.
P. A. Oomes.
Ineiken kring is een
groote en kleine slangen
wagen.
Bij den
slangen
wagen aan
hetStations-
plein.
A. C. Buijzerd.
A. H. Knibbeler.
Bij den
slangen-
wagen der
politie.
A. J. A. Segers.
J. Erkelens.
Bij den
wagen met
reddings
toestellen.
M. Lips.
Ch. P. Omes.
Het getal brandgasten bedraagt 92, waaronder 24 wekkers.
Bode der brandweer is B. van Trier, sedert l Juli 1895.
Opzichter van het mateiieel is voornoemde B. van Trier.