VERSLAG van de brandweer te Breda
over het jaar 1898.
261
Werden de brandbluschmiddelen in goeden staat onderhou
den, de brandweer zelve gaf weder door haar onverwijld en doel
matig optreden bij het ontstaan van brand zoodanige blijken van
activiteit en geoefendheid, dat wij, evenals het vorig jaar, er
met genoegen op kunnen wijzen, dat alle branden in den aanvang
werden gestuit. Ook bleef met kracht de hand gehouden worden
aan de ten vorigen jare ingevoerde veiligheidsmaatregelen te
gen brandgevaar, speciaal bij kermissen en openbare tooneel-
voorstellingen.
Ingevolge uwe missive d.d. 3 Januari 1899 n°. 1, hebben wij
de eer U het verslag der brandweer over het jaar 1898, voor zoo
ver ons dit mogelijk is, aan te bieden.
Ons college mocht de eer hebben den löden October 1898 door
U geïnstalleerd te worden, en des avonds ten half negen uur
opende de Edelachtbare heer burgemeester onze eerste vergade
ring en stelde Z.Ed.Achtb. de leden van het college aan de H.H..
onderbrandmeesters voor.
In deze vergadering werd ons bij monde van den heer Kusel-
bos, namens de onderbrandmeesters, een adres aangeboden om
verhooging van toelage en het toegangsinsigne te verkrijgen.
Aangezien het buiten onze competentie was in deze eene beslis
sing te nemen, hebben wij de onderbrandmeesters in overwe
ging gegeven zich tot uw college te wenden.
Aan onzen wenk is gevolg gegeven, zoodat U ons den 4den
November om praeadvies vroeg betreffende het bewuste adres,
waaraan wij de eer hadden gevolg te geven.
Sinds 10 October zijn door ons college vijf vergaderingen ge-