A. Nationale militie.
303
HOOFDSTUK VII.
Nationale militie en schutterij.
Het getal ingeschrevenen in het jaar 1897 voor de lichting
1898 bedroeg 214; één daarvan is later overleden, rest 213,
waarvan 33 reeds vóór hunne inschrijving in dienst waren.
Twee hadden verzuimd zich op tijd te doen inschrijven. Ge
deputeerde Staten hebben bij hunne besluiten van 25 Novem
ber 1897 en 6 April 1898 beiden van den dienst vrijgesteld, de
een volgens art. 50 1° en de andere volgens art. 47 3o der militie-
wet.
De loting had 7 en 8 October geregeld plaats.
Het getal te leveren manschappen bedroeg 44.
Van de 213 lotelingen werden vrijgesteld of tot den dienst
aangewezen, als volgt
Vrij gest eld
a. door ziekten of gebreken23
b. bij gemis van de vereischte lengte5
c. wegens broederdienst42
d. als te zijn eenige wettige zoon24
e. in dienst bij de zeemacht2
f. in dienst bij het leger hier te lande23
g. in dienst bij het leger in de koloniën5
li. als kadet aan de K. M. academie of de cadettenschool 3
tot den dienst aangewezen
213
Vijf lotelingen hebben plaatsvervangers gesteld en één lote-
ling heeft van nummer verwisseld.