362 A. Hoogere burgerschool met vijf jarigen cursus. 1. Het personeel der leeraren was in den aanvang van het jaar niet voltallig. In het laatst van December 1897 werd eene oproeping voor een leeraar in de natuurkunde en de cosmogra- phie in verschillende dagbladen geplaatst. Benoemd werd in de raadszitting van 16 Februari 1898 de beer dr. J. E. Couvée, tot dusver leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool „Willem II" te Tilburgliij werd benoemd tot leeraar in de natuurkunde en de cosmograpliie, om zoo noodig ook onderwijs te geven in de natuurlijke historie. Tot 18 April 1898 werden de lessen in natuurkunde en cos mograpliie nog gegeven door den heer B. W. Mondt, terwijl vier uren meetkunde van den heer Mondt werden waargenomen door den heer A. J. Klein Swormink. Beide heeren werden van deze lessen met ingang van 18 April, toen de heer dr. Couvée in functie trad, ontheven. Tegelijkertijd werden door burgemeester en wethouders twee uren meetkun de van den directeur van 18 April tot 18 Juli wederom opgedra gen aan den heer Klein Swormink, nadat de directeur zich be reid verklaard had voorloopig twintig lesuren te geven. Overigens bleef het personeel onveranderd en bestond in De cember 1898 dus uit de heeren B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wiskunde, werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurkunde en cosmographie dr. J. D. R. Sclieffer, leeraar in de scheikunde en in de na tuurlijke historie J. de Jong Az., leeraar in de geschiedenis en in de Staatswe tenschappen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 409