402
Van de uitbreiding
Wij komen thans tot een punt dat wij wel haast het voornaamste
mogen noemen van hetgeen in het jaar 1898 zijn beslag kreeg, n.l.
de zoo lang gewenschte en zoo hoog noodige uitbreiding der werk
plaatsen.
Herhaaldelijk trok het de aandacht onzer maandcommissarissen,
„wij stipten het reeds met een enkel woord aan," dat het onverant
woordelijk was, de leerlingen zoo dicht bij elkander te plaatsen, wat
vroeg of laat zeer zeker ongelukken ten gevolge zou hebben, daar
gelaten nog, dat behoorlijk onderwijs geven steeds mocielijker werd.
Uitbreiding dus, was gebiedend noodzakelijk, doch op welke wijze.
Verschillende plannen kwamen ter tafel, waarvan het resultaat was,
dat de voorkeur werd gegeven aan het plan, geopperd door het lid
uwer commissie, den heer Jhr. Backer, om n.l. de op de speelplaats
vrij staande schilderswerkplaats te verlengen en daar te bouwen
eene werkplaats voor de hoogste afdeeling timmerlieden, wat ten
gevolge zou hebben dat eene der bestaande werkplaatsen vrij kwam
on deze gevoegd kon worden bij de smederijen, waardoor deze ieder
voor de helft grooter konden worden.
Nadat dit plan met algemeene stemmen in beginsel was aange
nomen, rees de alles beheerschende vraaghoe komen we aan het
geld De staten der provincie toch hadden aan het verleenen der
subsidie de uitdrukkelijke voorwaarde verbonden, dat de eventueel
te verstrekken gelden niet mochten gebruikt worden voor uitbrei
ding.
Na lang en rijp beraad, besloot de commissie aan uwen raad voor
te stellen, om tot een zeker bedrag als hoogstens zou blijken noodig
te zijn, inschrijvingen van overgespaarde gelden op liet Grootboek
der Ned. werk. schuld te verkoopen en daaruit de kosten van het
gebouw te bestrijden.
Wij hadden het genoegen ons voorstel met een gunstig antwoord
bekroond te zien en konden tot de aanbesteding der nieuwe werk
plaats en de uitbreiding der bestaande overgaan, met dit resultaat,
dat binnen maand het nieuwe gebouw gereed, de verandering in
de bestaande werkplaatsen geschied en de nieuwe werkplaats be-