472 koop van landbouwbenoodigdheden en verkoop van landbouwpro ducten grootere voordeelen te behalen door krachtiger en eensgezin der optreden. Niettegenstaande wij van de besturen van bijna alle uitgenoodig- de vereenigingen zeer veel medewerking ondervonden, is het ons niet mogen gelukken ons doel te bereiken, wat wij voornamelijk meenen te moeten toeschrijven aan den invloed van persoonlijke belangen in enkele dorpen. Immers, ware de beoogde centrale vereeniging tot stand gekomen, dan zou door de ruimere concurrentie zeker af breuk zijn gedaan aan de persoonlijke belangen van plaatselijke leveranciers, die in enkele dorpen zelf lid zijn van het bestuur der la ndbou wvereenigingen Wij hebben het verloop dier zaak betreurd, omdat daaruit werke lijk iets goeds had kunnen voortkomen en hier weer een keer te meer gebleken is hoe noodig het is dat de landbouwers in hun ver- eenigingsleven worden geleid door onbaatzuchtige, onafhankelijke mannen. In het ledental van onze afdeeling kwam weinig verandering. Voordrachten lieten wij in het afgeloopen jaar niet houden, omdat de opkomst van het publiek te gering is om een spreker uit te noo- digen. Zooals wij ook in ons verslag over 1897 constateerden, zijn onze voornaamste zorgen gewijd aan onzen landbouwcursus, die steeds meer en meer belangstelling ondervindt en reeds goedé vruchten heeft afgeworpen. Het bestuur der afdeeling Breda c.a. der N.-Bra- bantsche maatschappij van landbouw, G. A. M. GROENEVELDT, voorzitter. E. J. M. DE BRUIJN, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 519