496 het verwerken van die stoffen liet brandgevaar aanmerkelijk zal verhoogen dat burgemeester en wethouders, bij besluit van 31 Mei 1898 N°. 11 de gevraagde vergunning hebben verleend onder de vol gende voorwaarden a. dat de verticale stoomketel moet worden geplaatst bui ten het bestaande gebouw in een gemetseld en met zin ken of ijzeren dak gedekt lokaaltje b. dat in het lokaal, waarin de stoommachine wordt ge- plaatst, noch in het aangrenzende lokaal, waarin de mo len staat en welke door stoomkracht zal worden bewogen, stoffen mogen worden bewerkt of bewaard als omschreven in II en TV van art. 2 der hinderwet; c. dat het glas, voorhanden in den muur tussohen een der bovengenoemde lokalen en de opslagplaats voor chemi caliën, moet worden weggenomen en door steen vervan gen en dat die scheidingsmuur geheel van steen moet zijn opgetrokken en geene opening mag bevatten tl. dat indien later, volgens het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkt dat, ter voorkoming van gevaar, scha de of hinder, andere voorwaarden aan deze vergunning moeten verbonden worden, de concessionaris of zijne rechtverkrijgenden zullen verplicht zijn zich aan die nieuwe voorwaarden te ondeiwerpen en verder alle zulke voorzieningen te nemen, welke alsdan door burgemeester en wethouders zullen worden voorgeschreven dat Smagghe van dit besluit in hooger beroep is gekomen, daar bij aanvoerende, dat bij zich door de voorwaarden sub h en c be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 543