97 „In de begrooting voor den dienst van liet loopende jaar werd door ons eene som van f 2050.voorgedragen tot liet bouwen eener oranjerie, beter gezegd eener bergplaats van planten, in het Yalkenberg. Deze voordracht kon niet 's raads goedkeuring wegdragen. Met 11 tegen 8 stemmen werd de post aan de begrooting ont nomen. Het zal 1 uit het bijgevoegde rapport van den opzichter der gemeente-beplantingen blijken, dat de proef welke Henomen is, om toch de aanwezige planten te behouden, mislukt is. Zij be hoeven eene, goede bewaarplaats in den winter, welke niet be staat, willen ze niet wegkwijnen en ten slotte sterven. Beter dan ze dien weg te laten opgaan, komt het ons voor, ze in het openbaar te verkoopen, waartoe wij de eer hebben U bij dezen het voorstel te doen. Nocde wordt door ons dit voorstel gedaan, omdat het hebben van een goeden bloemenvoorraad, bij plaats gehad hebbende apenbare feesten, zeer nuttig en voordeebg gebleken isvoor- deelig vooral, want moeten dan bloemen en planten gehuurd of verkocht worden, loopen de kosten hoog, zooals ons de ondervinding al eens geleerd heeft, toen eigen voorraad niet toereikende was. Bovendien verhoogen de bloemen het aanzien van het al- kenberg en strekken zij daar tot genoegen van alle ingezete nen. Mocht de raad alzoo nog iets gevoelen voor deze overwegin gen en termen kunnen vinden op zijn vroeger besluit terug te komen, dan stellen wij ons gaarne bereid, het in dit schrijven gedane voorstel in te trekken en ons vroegere plan tot het doen bouwen eener bergplaats voor planten opnieuw in te dienen, al ligt het geenszins in onze bedoeling meer planten te verza melen en te kweeken dan redelijkerwijze noodig is." De heer Sassen meende dat er geen enkele reden was om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 125