107 19 Augustus 1899. XXVIII. De huurster en bewoonster van het ter zijde genoemde per- Aanvrage tot J 1 verbouwing ceel, Mej. C. F. E., verzocht hare woning, ten dienste van haar pereel aan de beroep, te doen verbouwen. St.Annastraat, j w i i -i eigendom der 'lls prae-advies dienaangaande verlangd zijnde, gaven wij g> meente. jlieraan gevolg jn uwe vergadering van den 5. September 1899 bij het volgend schrijven „Om prae-advies stelde uwe vergadering in onze handen een adres van Mej. C. F. E., kostuumnaaister, wonende in de St. Annastraat, huurster en bewoonster van het aan de gemeen te toebehoorend huis aan het Stadserf, van welk huis de jaar- lijksche huurprijs bedraagt f 120.en de huurtermijn eindigt 1 Mei 1900. Adressante deelt mede, dat de adjunct-inspectrice van den arbeid in de eerste inspectie hare inrichting niet acht te vol doen aan de bij de veiligheidswet gestelde eischen, weshalve zij verzoekt het daarheen te leiden dat, door verbouwing, de werklokalen (thans zolderruimte) zoodanig worden vergroot, dat die voldoen aan de bepalingen bij de veiligheidswet gesteld, terwijl zij, bij inwilliging van haar verzoek, zich bereid ver klaart eene billijke verhooging van huur te betalen. De teekening van het bedoelde gebouw wordt door ons hier bij overgelegd, waaruit U zal blijken, dat om aan het verzoek van adressante te voldoen, eene verdieping op het bestaande gebouw, inbegrepen de poort, zal moeten worden gebouwd. De kosten daarvan worden geraamd op f 1000.terwijl adressante bereid is het gebouw, met ingang van 1 Mei 1900, voor een tijdvak van 10 achtereenvolgende jaren in te huren voor f 190.'s jaars, alzoo f 70.per jaar meer dan de huur thans bedraagt. Wij geven 1 in overweging dit onderwerp in behandeling te willen nemen en bij gunstige beschikking op het adres hoofd-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 135