TEH IIKIUXXEKIXG XIII „bij in herinnering te brengen, (latin de maand December 18G!) „van wege de commissie aan den gemeenteraad van Breda eene in teekenlij st werd gezonden, ten einde, zooals in den bege leidenden brief vermeld was, de vereerders van Seelig en Del- „prat, welke zich voorzeker onder de leden zouden bevinden, „in de gelegenheid te stellen van hunne vereering te doen blij - „ken. „Bedoelde lijst werd weder in handen gesteld van de commis sie bij brief van 1 Maart 1870, No. 411. „Bleek alzoo van den aanvang af de belangstelling dezer ge- „meente in het doel dat de commmissie zich voorstelde, die be langstelling wenschen wij nader te toonen door mede te wer- „ken om het oorspronkelijk plan der commissie tot algeheele „uitvoering te brengen. „In dat plan is, als wij ons de zaak juist voorstellen, begrepen „geweest het plaatsen van de medaillons der meergenoemde „generaals aan de Singels, die hunne namen dragen, en het is „naar aanleiding daarvan dat wij ons de vrijheid veroorloven „UHooghdelGestrenge beleefd te verzoeken, te willen trach- „ten het daarheen te leiden, dat de gemeente Breda het eigen- „dom ver kr ij ge van de aan de Koninklijke Militaire Academie „in bewaring zijnde medaillons der generaals Seelig en Del errat; onder bijvoeging, dat wij ons bereids verstaan hebben „met de eigenaars van twee aan de meergenoemde singels gele- „g'en panden, ten einde de medaillons te bevestigen in de voor gevels dier perceelen, te weten het medailloii-Seelig aan den „Seeligsingel en het medai llon-Delprat aan den Delpratsingel." Daarop werd, onder dagteekening van den 8en Juni 1899, ontvangen het volgend antwoord „De missive d.d. 28 April j.l., n°. GOo, gericht aan den secreta- „ris der commissie van het huldeblijk Seelig-Delprat, werd ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 13