i3i straten en grachten, benevens met liet opsporen en eonstateeren van overtredingen. Imtrent dit onderwerp richtten wij aan uwe vergadering een gemotiveerd schrijven, waarin wij meenden TT te moeten voor stellen, art. 2 der verordening, regelende o. a. den rang, het ge tal, de bezoldiging enz. van de ambtenaren en bedienden voor den dienst der gemeentewerken, zoodanig te wijzigen, dat een minimum en maximum bezoldiging kon worden toegekend, en wel als volgt O „voor den opzichter-boekhouder f 1200.— tot f 1400. „voor de opzichters ieder f 800.tot f 1000. ,,en wel in dier voege, dat bij eerste aanstelling wordt toege- „kend het minimum der bepaalde jaarwedden en burgemees ter en wethouders de wedde kunnen verhoogen voor ieder na „de eerste vijf jaren onafgebroken dienst met f 100.en na „tien jaren onafgebroken dienst eveneens met f 100. Het nemen eener dadelijke beslissing achtte uwe vergade ring niet gewenscht, waarop de zaak verdaagd werd tot bij het behandelen der gemeente-begrooting, dienst 1900, toen, na de gegeven verzekering dat zou gewaakt worden tegen het verrich ten van particulier werk door ambtenaren der gemeentewer ken, waarop was aangedrongen, besloten werd, ons bovenom schreven voorstel goed te keuren. 11 November 1899. XLIX verwisseling Ten aanzien van het onderwerp i. ?n. genoemd richtten wij hypothécaire aan uwe vergadering het volgend schrijven in'"ene schuld- "Ter gelegenheid van den verkoop van het gebouw, waarin bekentenis, net gymnasium is gevestigd, is gebleken, dat op dat gebouw drukte eene hypotheek, groot f 6800.ten voordode van het Gereformeerd burger-weeshuis in deze gemeente. De interest daarvan werd betaald als 3% niet geconverteerde schuld. 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 159