TER HERINNERING. XV „genoemde inrichting berustende, af te staan aan de gemeente „Breda, om daarmede te handelen als in het slot der missive is „vermeld. „Zij stellen zich voor, zoodra de medaillons zijn geplaatst en „het bericht dier plaatsing tot hen is gekomen, van hunne be langstelling door persoonlijke bezichtiging te doen blijken, „waarbij zij zich voorbehouden mondeling hunnen dank te be tuigen aan de heeren van den gemeenteraad van Breda, die „blijk hebben gegeven met ons te waardeeren hetgeen van af „1836 tot 1852 door de generaals Seelig en Delprat is gegrond- „vest in het Kasteel vol historische herinneringen en in eene „daartoe volkomen geëigende omgevinggrondvesten welke na „eene halve eeuw blijken geheel bestand te zijn tegen alle wisse lingen van denkbeelden omtrent het militair onderwijs in Ne derland, dat zeer zeker bij geen der Rijken van Europa ten „achteren staat en in den geest van genoemde generaals is „voortgezet." Be commissie voornoemd „YERSPIJCK." „VAN DER STAR." „TEGELBERG." „L. J. M. GLASIUS." „HENCKENS." Nadat kort daarop het gemeentebestuur in het hezit was ge komen der voorbedoelde medaillons, stelde het zich nader in betrekking met de eigenaren der perceelen, waarin de medail lons zouden geplaatst worden, waarvan het gevolg was dat wer den verkregen de volgende vergunningen „De ondergeteekende J. van Hofwegen, particulier, wonende „te Breda, eigenaar van het perceel, plaatselijk gemerkt No. 2,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 15