134
deelten, die daarvoor verdienen in aanmerking te komen. En
van verschillende deelen, waarvan ik zulks wensclielijk oor
deelde, heb ik repertoria in bewerking. Door dit alles heb ik
voor een groot gedeelte reeds dit gunstig resultaat verkregen,
dat bet nasporen vereenvoudigd en de studie vergemakkelijkt
is, en dat de verschillende registers en stukken niet noodeloos
door de banden behoeven te gaan, zoodat zij beter geconserveerd
blijven.
In bet jaar 1894 begon ik de uitgave mijner Bredaniana,
waarin ik de resultaten van velerlei onderzoek heb neergelegd.
Zes deelen in folio heb ik verzameld en met genoegen kan ik
vermelden, dat velen bij hunne studiën de gewensclite hulp
daarin mochten vinden. Yolgens verklaring van sommigen,
die zoo vriendelijk waren mij voor den verleenden steun te be
danken, zijn zij door mijn arbeid in staat gesteld, bij de behan
deling van bun onderwerp tot nog toe onbekende bijzonderhe
den te vermelden, en soms dwalingen te' herstellen. Enkelen
waren zoo beleefd een exemplaar van bun werk aan ons archief
ten geschenke te geven.
Dezen zomer echter heb ik met dezen arbeid opgehouden, om
onder een anderen vorm te beginnen. Voortaan zal ik jaarlijks
een bundeltje geven, getiteld„Breda, Geschiedkundige Bij
dragen." Meerdere redenen brachten mij tot dat besluiteen
voornaamste is deze, dat belangstellenden nu worden in staat
gesteld de verschillende studiën gemakkelijker te bewaren en
te raadplegen.
De betrekking van archivaris wordt wel eens een eerepostje
geheeten, en dat is ten deele ook juist. Aangenaam is bet mij
echter te kunnen verzekeren, dat de arbeid, welke het ambt
met zich brengt, al langer boe drukker wordtop een archief
moet geen schijndoode bewaard liggen.
elen hebben zich ook dit jaar weêr persoonlijk en per brief
tot mij gewend, en tot mijn genoegen was ik in staat de ge-