151 Forensen. Krachtens art. 4 van het heffingsbesluit van den 13den No vember 1897, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 22. JIaart 1898, X°. 12, wordt van het bedrag van eiken post, voor noodzakelijk levensonderhoud, als onbelastbaar inkomen afge trokken, en dus vrijgesteld van belasting, een bedrag van f 400.—. In aansluiting met het vermelde in ons vorig verslag, blz. 153, wordt alhier in extenso medegedeeld het door Gedepu teerde Staten van Noord-Brabant, in zake de forensenquaestie, bepaaldelijk ten aanzien der belastingplichtigheid van uit wonende officieren, genomen besluit. ,,lle Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, beschikkende op het adres van 40 officieren (allen met na- ,,men genoemd) te Ginneken, Teteringen en Prinsenhage wo nende en alzoo voor de toepassing van art. 245 der gemeente- „wet in die gemeenten hoofdverblijf hebbende „dat de adressanten door den gemeenteraad van Breda, „krachtens art. 245, le lid 4° der gemeentewet, in den hoofde- „lijken omslag dier gemeente over 1898 ieder voor vier twaalf- „de gedeelten van den aanslag over een vol jaar zijn aangesla gen „dat zij zich met dien aanslag bezwaard achten en daarvan in „beroep komen, vermits de bepaling van art. 245, le lid, 4°, „naar luid van het 2® lid, niet toepasselijk is op hen, die (zooals „naar hunne bewering met hen in de gemeente Breda liet ge- „val is) ter waarneming eener openbare betrekking tijdelijk „buiten de gemeente van hun hoofdverblijf vertoeven „Overwegende te dien aanzien dat de adressanten in het jaar „1898 te Breda allen eene vaste dienstbetrekking hebben be- „kleed

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 179