221 naar liet gesticht voor krankzinnigen. Overleden ééne vrouw. Aanwezig op 31 December twee mannen en eene vrouw. Het aantal verpleegdagen gedurende dit jaar bedroeg 193, waarvoor aan den concierge voor voeding is uitbetaald de som van f 268.10. Door niet armlastige verpleegden, die het aan hen ten koste gelegde in het ziekenhuis wenschten terug te betalen is bij het burgerlijk armbestuur ontvangen en later aan de gemeente af gedragen aan voeding f 14.- en aan geneesmiddelen f 11,50, te zamen f 25,50. De verpleegden in het ziekenhuis waren meestal behoeftige kraamvrouwen, publieke vrouwen en ter observatie opgenomen krankzinnigen. In de afdeelingen voor besmettelijke zieken werden opgeno men drie mannen en twee vrouwen, waarbij drie gevallen van febris typhoïdea en twee van diphtheritis voorkwamen. Het aantal verpleegdagen aldaar bedroeg 108, terwijl door niet armlastige zieken aan het armbestuur is terugbetaald de som van f 17,00. De verpleging en voeding dezer zieken ge schiedde evenals in vorige jaren door de eerwaarde zusters uit het R. K. Gasthuis, en wel met zeer veel zorg en toewijding. Bedoelde patiënten hebben hersteld de inrichting kunnen verlaten, zoodat op 31 December 1899 niemand aldaar ver pleegd werd. Gerechtelijke lijkschouwingen hadden in het ziekenhuis dit jaar tweemalen plaats, terwijl nog in het lijkenhuis een lijk is opgenomen van een man uit Prinsenhage, door de stoomtram kort onder deze gemeente overreden. De genees- en verloskundige behandeling der zieken ge schiedde door de stadsgeneesheeren en vroedvrouwen, terwijl de verpleging, voeding enz. onder toezicht van den directeur door den concierge en diens echtgenoote plaats had, en waarbij, in geval het noodig bleek, hulp werd verstrekt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 249