227 deze laatsten behoorden vooral de ouden in jaren en meestal ten gevolge van bijkomende broncbo-pnenmonieën. Ook deden zich vele gevallen van mazelen voor, waarvan liet getal niet is op te geven, daar bij de wet van 22 Juli 1899 officieele aangifte niet meer verplichtend is gesteld. Drie gevallen van febris typhoïdea werden aangegeven, wel ke allen herstelden, alsook 2 gevallen van typhus, waarvan 1 overleed, 7 gevallen van diphtheritis, allen hersteld, en 3 ge vallen van roodvonk, die eveneens hersteld zijn. Ook werden eenige kinderen door kinkhoest en croup aangetast en kwamen eenige gevallen van acute maag-darm catarrhen voor. Verder bepaalden zich de voorgekomen ziekten vooral tot tuberculeu- se, rheumatisclie en catarrhale aandoeningen. Wat de verrichtingen der G. C. betreft in het belang dei- openbare gezondheid, zoo heeft de G. C. zich op verzoek van het dagelijksch bestuur belast gezien met verscheidene onderzoe kingen om daarover rapport uit te brengen. Eene commissie uit de G. C., bestaande uit de heeren docto ren Van Mierlo, Gori en Hofman, heeft met den gemeente- architect een plaatselijk onderzoek ingesteld naar den toestand van een sloot of poel gelegen achter de Boschstraat op het per ceel kadastraal bekend onder sectie B No. 4214, en bevonden dat deze sloot, gevuld met een vuil, modderig, kwalijk riekend water, wegens gemis aan eene behoorlijke afwatering, schadelijk voor de openbare gezondheid was en noodzakelijk verbetering behoefde (art. 38 der verordening, regelende de bouwpolitie in deze gemeente) en gaf van hare conclusie aan het D, B. schrif telijk kennis. Naar aanleiding van een schrijven van het 1). B. van 2 Juni 1899, No. 741, waarin der G. C. werd gevraagd H.E.A. te willen dienen van bericht en advies betrekkelijk een bij hen ingeko men bezwaarschrift van C. Vermeulen c. s., allen hoveniers, 15

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 255