280
andermaal op de wen schel ijkheid tot het oprichten van een
abattoir gewezen.
Met eene bij de G. C. ingekomen schriftelijke klacht van be
woners van den Tramsingel, aangaande de wijze, waarop de
secreettonnen uit hunne woningen door beambten van den ste
delijken reinigingsdienst worden afgehaald, stemde de G. C.
geheel in met de strekking van dit adres en was van oordeel dat
het aan het 1). 13. moest worden gericht.
In hare vergadering van 29 Sept. is ter tafel gebracht een bij
de G. C. ingekomen adres van H. .T. Adriaens c. s., bewoners
van de Zout-, Gas en Leuvenaarstraten, inhoudende klachten
aangaande het beenderenhok in de Zoutstraat, Sectie A No. 45,
benevens een verzoek aan de G.-C. een ernstig onderzoek naar
dien toestand te willen instellen, alsook dat aan de eigenares
eene andere plaats kon aangewezen worden om den rottenden
afval te bergen, en zoo dit niet mogelijk is, de G.-C. met
gestrengheid zoude optreden tegen de eigenares ten aanzien
van bestaande of nog te maken bepalingen omtrent gezondheid
en zindelijkheid, den duur en de soort van den te bewaren afval.
Na ernstige bespreking besloot de vergadering dit adres aan
burgemeester en wethouders te verzenden, met een begelei
dend schrijven, waarin de G.C. hare meening te kennen geeft
dat zij, zoowel door plaatselijk onderzoek, alsook door de ge
tuigenis van geloofwaardige personen, zich overtuigd houdt,
dat de in genoemd adres geuite klachten zeer gegrond zijn
dat de maden, voortkomende uit het vleesch, waarvan de
beenderen niet volkomen ontdaan zijn, in de omliggende wo
ningen dringende ziekten kunnen veroorzaken
dat terecht de adressanten wijzen op het gevaar van eene der
gelijke bewaarplaats bij epidemieën, omdat zij eene verzamel
plaats wordt van ongedierte, dat de verspreiding een er epide
mie door de gelieele gemeente kan veroorzaken