254 III. Doodsehouw. Met hel verrichten der doodsehouw, bedoeld in art. 4 der wet van den 10. April 1869 (Staatsblad Xo. 65) was in 1899 belast de gemeente-geneesheer Dr. J. 1'. Hofman. Dij ontstentenis van den heer Dr. Hofman werd als diens plaatsvervanger aangewezen de gemeente-geneesheer Dr. P. A. Dossers. IV. Arbeidswet. In 1899 zijn uitgereikt 462 arbeidskaarten. Het aantal geldige arbeidskaarten voor jongens en meisjes van 1216 jaar beliep ultimo December-527. 395 hoofden of bestuurders van fabrieken en werkplaatsen werkten in 1899 gedurende korter of langer tijd met jeugdige personen of vrouwen. Werkzaam waren 20-j vrouwen boven de 16 jaar. Door de gemeentelijke politie werden 52 bijzondere en 2 al- gemeene inspectiën over fabrieken en werkplaatsen gehouden. Wegens overtreding der arbeidswet behoefden geen proces sen-verbaal te worden opgemaakt. V. Brandweer. Met genoegen constateeren wij ook over 1899 het feit, dat, dank zij de goede organisatie der brandweer en haar onverwijld optreden bij het ontstaan van brand, alle branden, ofschoon zij zich in het algemeen zeer ernstig lieten aanzien, zóó konden beperkt worden, dat slechts één uitslaande brand op 22 April (Hoek Koninginnestraat, gemeente Teteringen), plaats had. Eerst lang na het uitbreken van dien brand werd toen gealar meerd. Door het meermalen houden van oefeningen werd de vaardig-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 282