lieid en de wakkerheid van het personeel gaande gehouden. Ook -preventief treedt de brandweer op, speciaal bij kermissen, openbare tooneelvoorstellingen en andere bijzondere gelegen- beden. In bet personeel der brandmeesters en onderbrandmeesters hadden de volgende mutatiën plaats In brandkring II werden, op hun verzoek, als onderbrand meesters eervol ontslagen de heeren .T. Mol en G. A. Beens. Overgeplaatst werd als onderbrandmeester van den slangen- wagen der politie naar kring II de heer J. Erkelens. Personeel werd, in overleg met het college van brandmees ters, niet benoemd. Op den 28. Juni 1899 werd ten gemeentehuize door den bur gemeester, in tegenwoordigheid van het dagelijksch bestuur der gemeente, het college van brandmeesters en verder brand weerpersoneel, aan JM. I laminkx, onder aanbieding van den eerewijn, namens de gemeente Breda, een gouden horloge met inscriptie vereerd, wegens vijftigjarigen, trouwen dienst als brand gast bij de. Bredasche brandweer. Aan het gemeentebestuur van Teteringen was eene nota in gediend, wegens den door de Bredasche brandweer verleenden dienst bij den brand in het schoenenmagazijn van P. J. Hees- seis in den nacht van 21 op 22 April 1899, doch bezwaar werd gemaakt de gemaakte kosten te vergoeden, op grond, dat de grondbelasting wegens gebouwde eigendommen van het be trokken pand geheven worden in de gemeente Breda. Wij heb ben gemeend hierin te moeten berusten. Zie verder omtrent de wijziging der verordening op de brand weer het vermelde in dit verslag onder hoofdstuk III, letter E, blz. 93.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 283