VERSLAG van de brandweer te Breda, over het jaar 1899. WelEd. Achtbare Heeren. Ingevolge uwe missive van 2 Januari 1.900 hebben wij de eer TT ons jaarverslag toe te zenden. Algemeen beschouwd mogen wij II het gunstig verloop der werkzaamheden der brandweer melden. Over het jaar 1899 geeft het cijfer der branden, waarbij ons optreden gevorderd werd, een gunstig resultaat in vergelijking niet het vorige jaar, wat blijkt uit den staat der uitgaven, die de branden vorderden (deze staat gaat hierbij). De branden lieten zich in het algemeen zeer ernstig aanzien, doch door snel optreden heeft men ze zóó kunnen beperken, dat slechts één uitslaande brand op 22 April plaats had. Hierbij mogen wij niet verzwijgen, dat de ijver, waarmede de politie bij brand optreedt, hiertoe veel heeft bijgedragen. Moge het niet alleen zoo blijven, doch dat het aantal branden nog moge verminderen is onze innige wensch. Ter wille eener juiste beoordeeling van den staat der onkos ten in verband met de branden mag niet uit het oog verloren worden, dat het perceel van den brand op 22 April, vermoede lijk niet bij de gemeente behoordede onkosten zijn toch op dezen staat, gebracht. Dat zij betrekkelijk hoog zijn, vindt zijn grond hierin, dat eerst lang na het uitbreken van den brand gealarmeerd werd. Daarentegen was door eene slechte telefo nische aansluiting het personeel bij den brand van 9 October maar gedeeltelijk opgekomen. Dit gaf aanleiding om met de telefoon-maatschappij in over leg te treden, ten einde in het vervolg een dergelijk euvel te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 285