259 toe nog niet had durven werken, daar do resultaten negatief waren. Ofschoon de eerste proefnemingen met een nieuw sys teem zonder nuttigen uitslag waren, is de toestand nu reeds dusdanig verbeterd, dat wij verhouwen, dat bij eene volgende oefening liet feddingsnet, een vertrouwbaar hulpmiddel zal blij ken te zijn. Twee der onderbrandmeesters, de lieeren Beens en Mol heb ben hun ontslag aangevraagd en eerwol verkregen. Een woord van dank mag hier niet ontbreken, voor de vele jaren, waarin zij vol ijver en toewijding hunne diensten presteerden. De jaarlijksche brandschouw bij de hoveniers werd gehouden door de heeren Laurijssen, de Pauw Gerlings, Segers, Lips en Smagghe; de bevinding was over het algemeen gunstig. Daar, waar de toestand iets te wenschen overliet, werden de eigenaars hierop gewezen. Het materiaal der brandweer was zooals het vorige jaar, be houdens dat in den nieuwen politiepost-Haagdijk een slangen wagen werd geplaatst, ten dienste der politie. Het is ons eene groote voldoening dit jaarverslag te kunnen eindigen met het relaas onzer buitengewone vergadering op den 28 Juni 1899 en wat hiertoe leidde. In de vergadering van 16 Juni 1899 deelde de opperbrand- meester mede, dat op den 28 Juni 1849 Jan Ylaminks aange steld was als leuthouder bij de brandweer en sinds dien dag de gemeente vele diensten had bewezen. Het geheele college was bij het hooren van dit feit van gevoelen, dat de 28 Juni 1899 voor A laminkx niet onopgemerkt mocht voorbijgaan en een luisterlijk 50-jarig' jubileum moest worden voor den jubilaris. Er werd besloten eene extra-oefening te houden en het spuit- huis te versieren. Als huldeblijk zoude Vlaminkx een gouden penning niet diploma worden aangeboden. De heer Aan AVessem zoude met zijne onderbrandmeesters verder het feest organiseeren. 17

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 287