260 Hoe ernstig (le feestviering werd opgevat blijkt daaruit, dat den 27. Juni eene buitengewone vergadering werd uitgeschre ven ter difinitieve regeling der feestviering, waarop de ge meente, tengevolge van verhindering van den heer burgemees ter, door den heer wethouder Scheltus vertegenwoordigd was. De heer Scheltus deelde mede, dat het college van burge meester en wethouders eveneens een blijk van waardeering Vlaminkx zou toedenken, waaraan tevens alle raadsleden hunne adhaesie hadden betuigd. De meeste luister werd evenwel bijgezet, doordat het besluit genomen was dat burgemeester en wethouders J laminkx offi cieel ten raadhuize zouden ontvangen en gelukwenschen. Zooals bepaald was had ook het feest zijn verloop, wat den jubilaris oogenblikken van groote aandoening gaf, zoowel bij de toespraak van den heer burgemeester als bij die van den op- perbrandmeester. Toen werd betreurd, dat de poging om Vlaminkx te doen medailleeren in de orde van Oranje-Nassau geen goeden uit slag had gehad. Sinds evenwel is dit veranderd, daar Vlaminkx den 31 Augustus den zilveren penning der Orde van O ran j e - V as s au verkreeg. Breda, 15 Februari 1900. P. A. F. DE BOAT, opper-brandmeester. R. G J. L. SMAGGHE, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 288