348
missie van beheerde werkzaamheden van de commissie van
toezicht op het middelbaar onderwijs bepalen zich tot de hoo-
gere burgerschool en de burgeravondschool.
Bij den aanvang van het jaar was de commissie niet voltal
lig; de gemeenteraad benoemde in zijne vergadering van 21
Januari 189!), ter vervanging van mr. E. M. Gompertz, wiens
vertrek in het vorige verslag werd vermeld, tot lid den heer
A. J. A. Yerschraage, notaris te Breda.
I)e voorzitter der commissie, de heer E. II. A. Guljé, werd
door zijne medeleden als zoodanig herkozen.
Eindelijk werd de lieer Jhr. Mr. G. Six in de raadsvergade
ring van 1G December 1899 als lid der commissie herbenoemd.
In December 1899 bestond de commissie dus uit de heeren
Ed. II. A. GULJburgemeester, voorzitter.
II. Th. VAX DER GRIXTEX.
G. A. M. GROEXEYELDT.
A. J. A. YERSCHRAAGE en
Jhr. Mr. G. SIX, secretaris.
A. IToogere burgerschool met vijf jarigen cursus.
1. Het personeel der hoogere burgerschool veranderde in
het jaar 1899 niet. Evenals in December 1898 bestaat het dus
uit de heeren
B. IV. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de
wiskunde, werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen
A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde
dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurkunde en de cosmo-
graphie
dr. J. 1). R. Schetter, leeraar in de scheikunde en natuurlijke
historie
J. de Jong Az., leeraar in de geschiedenis en in de staatswe
tenschappen