36-3 De op enkele weken na twintigjarige leerling, die voor cle tu-ec- de maal het onderwijs in de vierde klasse volgde, had op zijn Paaschtestimonium tien onvoldoende cijfers voor vorderingen en elf onvoldoende cijfers voor vlijt. De vader van dien leer ling voorkwam de verwijdering door den leerling van de school te nemen. 13. Xog wenscht de commissie te vermelden, dat op verzoek van Zijn Excellentie den minister van binnenlaodsche zaken de rooster van lesuren voor het cursusjaar 1890- 1900 zóó werd ingericht, dat de leerlingen der 2de, 3de, 4de en 5de klasse op Dinsdagmorgen van half elf tot twaalf uur godsdienstonderwijs kunnen ontvangen, de leerlingen der 1ste klasse op Dinsdag na 3 uur 10 m. en op Yrijdag van 11—12. Dagen en uren waren vastgesteld na de besprekingen van den directeur met verschillende bedienaren van den godsdienst te Breda. Aan het onderwijs op die uren namen 19 leerlingen deel. 14. Aan het slot gekomen van hare mededeelingen omtrent de hoogere burgerschool wenscht de commissie nog een tweetal mededeelingen te doen. A ooreerst, dat een nieuw ontwerp van de verordening op het middelbaar onderwijs bijnagereed ligt en binnenkort in behan deling zal worden genomen. Reeds geruimen tijd is aan die herziening gearbeid het over lijden van den vorigen directeur en de reorganisatie der school hebben eene vertraging dier herziening ten gevolge gehad. Ten andere hoopt de commissie binnen een niet te lang tijds verloop een voorstel in gereedheid te brengen tot herziening van de jaarwedden van directeur en leeraren. Is de commissie dankbaar voor de uitnemende wijze, waar op door burgemeester en wethouders en den raad der gemeen te Breda, ook in het afgeloopen jaar, de belangen der hoogere burgerschool zijn behartigd, zij ontveinst zich niet, dat er nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 391