364 veel te doen blijft. Inzonderheid zou de commissie den wensch uit willen spreken om niet te angstvallig te zijn met de split sing eener klasse, indien de belangen van het onderwijs dit eischen. Een stad als Breda met een groot garnizoen, met de Koninklijke Militaire Academie moet wil zij in bloei blijven toenemen - uitmuntend onderwijs hebben. En het behoeft geen betoog dat groote klassen ten nadeele van de uitkomsten van het onderwijs zijn middelmatige leerlingen komen niet tot hun recht, indien het aantal leerlingen te groot is. B. Burc/era vondschool. 1. Tiet personeel der burgeravondschool weid in 1869 niet een tijdelijk leeraar vermeerderd: tengevolge van het groot aantal leerlingen der voorbereidende klasse werd in de raads zitting van den 14den October 1899 voorliet cursusjaar 1899 - 1900 benoemd de heer AA'. AA'. Plasman, onderwijzer aan eene openbare school en hoofdonderwijzer aan de ambachtsschool. Het personeel bestaat dus thans uit de lieeren B. AA'. Alondt, civiel-ingenier, directeur en leeraar in bet projectieteekenen A. I. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde dr. J. E. Couvée, leeraar in de kennis der natuur dr. I. II. R. Scheffer, leeraar in de scheikunde •T. AI. Acket, leeraar in het Nederlandsch AP. II. Tromp, leeraar in het Nederlandsch, in het rekenen en in de Aardrijkskunde AA'. AA'. Plasman, leeraar in het Nederlandsch, in het rekenen en in de Aardrijkskunde •T. AA'. Kannemans, adsistent bij het projectieteekenen. Nog zijn aan de school verbonden H. Alulder als amanuen sis en C. A. A7os als concierge. 2. Stond de burgeravondschool reeds vroeger in verband met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 392