396
opleiding geliad te hebben dan hunne oudere vakgenooten, zij
echter zich daar niets op mochten laten voorstaan. Vooral
drukte liij hun op het hart, steeds uiterst voorzichtig te zijn in
de keuze hunner vrienden en, eindigende met hun geluk te
wensclien met de behaalde onderscheidingen, spoorde hij hen
aan, de ambachtsschool, directeur en onderwijzers niet te ver
geten, maar zoo noodig hunne hul]) in te roepen, hun de verze
kering gevende, dat die hun, zoo zij zich goed gedroegen, nim
mer geweigerd zou worden.
Na een kort woord van dank aan alle autoriteiten, den kapel
meester der schutterij, de architecten en werkbazen voor den
ontvangen steun, noodigde hij alle aanwezigen uit, het tentoon
gestelde te gaan bezichtigen en werd deze bijeenkomst ge
sloten.
Van de oud-leerlingen.
Is het ons steeds aangenaam van velen onzer oud-leerlingen
gunstige rapporten te vernemen, bijzonder verdient melding
gemaakt, dat wederom aan twee hunner eene buitengewone on
derscheiding is ten deel gevallen.
De oud-leerling C. Mol, in het begin des jaars geslaagd bij
het examen voor bouwkundig oj)zichter, uitgeschreven door de
Mij. tot bev. der Bouwkunst, werd benoemd tot onderwijzer in
het timmeren en teekenen aan de door de Mij. tot Nut van't
Algemeen te Wageningen op te richten ambachtsschool, ter
wijl de oud-leerling Ch. Bloemkolk, in 1898 geslaagd bij het
examen voor opzichter van 's Rijks "Waterstaat, met ingang
van 1 Februari 1.1.. benoemd en aangesteld werd tot opzichter
4e klasse bij dien tak van dienst.
M oge dit voorbeeld hen, die door hunne natuurlijke gaven
daartoe bij machte zijn, ter navolging strekken.