399 gebracht, ontvingen wij van mevr. de wed. van wijlen liet oiul- lid der commissie, den lieer Koomans, eene collectie oude ge bakken tegeltjes en in de Mei-vergadering eene belangrijke collectie tijdschriften en boekwerken, aangeboden door ons me delid, den lieer Jhr. F. Backer. Brachten wij aan ieder der schenkers destijds onzen recht- matigen dank, wij hopen dat dit voorbeeld door meerderen mag gevolgd worden. Besluit. W ij mogen niet besluiten zonder gewag te maken van de eer, die de school genoot een bezoek te ontvangen van den nieuw benoemden inspecteur van het ambachtsonderwijs, den heer H. J. de Groot. Was ons dit bezoek zeer aangenaam, wij drukken den wensch uit, dat ZWEG. zijn bezoek nu en dan moge herhalen, want verkecren wij in het wellicht eenige geval van in geenerlei betrekking tot het rijk te staan, het is noodig en wenschelijk dat wij met den tijd meegaan en op de hoogte blijven van het geen in de ambachtsschoolwereld voorvalt. Ons rest nu nog een hartelijk woord van dank te zeggen, aan de heeren provinciale staten voor het hernieuwd bewijs van be langstelling in het verleenen der subsidie, aan het college van heeren burgemeester en wethouders en aan den raad der ge meente Breda voor al hetgeen zij speciaal dit jaar deden, om ons het besturen der inrichting gemakkelijk te maken. Ook een woord van dank aan het onderwijzend personeel, dat zich be ijverde zijne moeielijke taak naar behooren te vervullen. Wij zouden echter te kort schieten in onze verplichting, in dien wij niet, ons aansluitende bij het gesprokene door den heer burgemeester ter gelegenheid der prijsuitdeeling, een woord van dankbare herinnering en hulde wijdden aan den grooten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 427