VERSLAG omtrent den toestand van het
gymnasium te Breda over 1899.
402
A I. Gymnasium.
Van heeren curatoren van het gymnasium ontvingen wij liet
volgend verslag
Breda, den 15 April 1900.
Ter voldoening aan artikel 2G der wet H. O. hebben wij de
eer U hierbij ons verslag omtrent den toestand in liet jaar 1899
van het gymnasium aan te bieden.
Het getal leerlingen bedroeg 1 Januari 41. Den len Maart
werd door mejuffrouw C. B. van Nooten, tot dusverre leerlinge
van het gymnasium te Delft, met gunstig gevolg examen af
gelegd voor de 5e klasse, nadat de raad vooraf besloten had,
dat voortaan ook meisjes het gymnasium zouden kunnen bezoe
ken. Het getal leerlingen bedroeg nu 42, waarvan in de le
klasse 5, in de 2e klasse 6, in de 3e klasse 10, in de 4e klasse
7, in de 5e klasse 11, in de 6e klasse 3
Hierin is tot de groote vacantie geen wijziging gekomen.
Het eindexamen had plaats 26 en 27 Juni ten overstaan van
de gecommitteerden prof. H. F. Karsten te Amsterdam, prof.
J. H. Gallée te Utrecht en prof. F. de Boer te Groningen.
Geëxamineerd werden de 3 leerlingen der 6e klasse, die allen
slaagden. Het diploma A werd verkregen door A. J. Aeilkema,
het diploma B door J. Jacobsen en J. F. Meijer.
De overgangsexamens hadden plaats 10 en 11 Juli met den
volgenden uitslag