430
op 24 November eene, groot f 300.en op 31 Maart eene, groo'
f 100.waarvoor met inbegrip van provisie en verschenen,
rente opvolgend is betaald f 194,30s, f 291,04, f 385,75, f 287,51,
f 758,67, f 279,20, en f 97,26s.
Tot het doen dezer beleggingen werden wij in staat gesteld
door aflossing van 3 geld- en 5 grondrenten, hierna bij hoofd
stuk II a en omschreven, waarvan de vrijgekomen gelden te
zamen bedroegen f 2338,
Onder het sul) 2o genoemde kapitaal is begrepen eene som
van f 2100.in November 1891 aangekocht en voortgesproten
uit de aflossing van twee Russische obligatiën, ieder groot
f 1000.- ons gelegateerd door wijlen mr. Jacob Hoeufft, blij
kens testament verleden voor den notaris J. van Naerssen te
Breda den 19n April 1830.
Volgens uiterste wilsbeschikking van bovengenoemden erf
later wordt de rente van dit kapitaal aan twee schaamachtige
armen uitgekeerd, en wel aan een van den l'rotestantschen en
een van den Roomsch Katholieken godsdienst.
In het genot van deze uitkeering zijn thans Clara Hopman en
weduwe Rijpaard geboren Johanna van Gooi.
Eveneens wordt aan deze vrouwen uitgekeerd de rente van
f 27.05, belegd in de Rijkspostspaarbank. Hit bedrag is ont
staan door het verschil tusschen de aflossing der Russische
obligatiën bovengenoemd en den aankoop der Nederlandsche
werkelijke schuld.
Mede is onder het sub 2o genoemde kapitaal begrepen een
bedrag van f 3000.in contanten, gelegateerd door wijlen me
vrouw Henrietta Johanna Anna Maria Oukoop, weduwe van
den Hoogedelgestrengen heer Charles David van Naerssen, wel
ke som ingevolge hare uiterste wilsbeschikking, bij akte verle
den voor den notaris mr. J. A. Vorstman te Ginneken, is in
geschreven in het grootboek der Nederlandsche werkelijke
schuld.