454 cember 189G, Xo. 49, voor den tijd van drie jaren, d. i. van den len April 1897 tot den len April 1900, behouden op twaalf ten honderd voor alle beleende panden. De gemeente heeft aan de bank een crediet verleend van f 25000.onder bepaling, dat de eventueele winst aan de ge meente zal worden uitgekeerd tot een maximum van 4% van het opgenomen kapitaal. (Zie raadsbesluit van 23 April 1887). Op 31 December 1899 was opgenomen f 10000.- De instelling staat onder beheer eener commissie van vier leden, door den gemeenteraad te benoemen en voorgezeten dooi den heer burgemeester. Deze commissie was op 31 December 1899 samengesteld uit de volgende heeren Mr. W. Ingen Housz, lid en secretaris. Directeur der bank is: A. .T. B. Stap. De verdere beambten zijn J. A. Besier, secretaris-schatter. J. J. Tliillier, pandbewaarder. De gebouwen bevinden zich in goeden staathet onderhoud wordt oordeelkundig uitgevoerd. Het personeel, aan de inrichting verbonden, onderging geene verandering; het kweet zich, evenals andere jaren, met ijver van zijne taak. De gevoerde administratie gaf geene aanleiding tot opmer kingen alle in het reglement voorgeschreven registers werden uagelijksch bijgehouden. Ed. H. A. Gruljé, voorzitter. C. M. W. Steins Bisschop, H. H. van Mierlo, Mr. H. R. van Maasdijk, leden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 482