Rente aan de spaarbank.
Restitutie van rente.
Administratiekosten.
Afschrijving
wegens oninbaarheid.
Totaal.
Winst.
Verlies.
Door borgen betaald.
Door de leeners aan
de hulpbank.
Aan de spaarbank,
tegen rente van 31/2
Uitstaande.
Aan zegels.
In kas.
Aan andere waarde.
TOTAAL.