492 IT. N IJVERHEID. A. Fabriekt- en ambachtsnijverheid. De fabrieken met rle in gebruik zijnde stoomwerktuigen, alsmede de voornaamste in deze gemeente uitgeoefend worden de ambachten, zijn vermeld in bet hiervoor opgenomen verslag der kamer van koophandel en fabrieken te Breda. Oprichting van Kamers van arbeid te Breda, r krachtens de wet van den 2den Mei 1897 Staatsblad n°. 141). Na eenige voorafgegane briefwisseling, ontvingen wij bij schrijven van den minister van waterstaat, handel en nijver heid van den 22. Juli 1899 de mededeeling, dat door dien mi nister besloten was te bevorderen, dat in deze gemeente twee kamers van arbeid zouden worden opgericht, en wel eene voor de bouwbedrijven en eene voor de voedings- en genotmiddelen, en welker gebied zich mede zal uitstrekken over de gemeenten Teteringen, Ginneken en Prinsenhage. Deze mededeeling werd gevolgd door de koninklijke beslui ten van 80 September 1899, Nos 29 en 80, waarbij de oprichting van voormelde kamers werd vastgesteld. Volgens deze besluiten worden verstaan onder bouwbedrij ven het bewerken van hout, steen of metalen het schilders-, stoffeerders-, behangers- en stukadoorsbe- drijf het ontwerpen van en het houden van toezicht bij het uitvoe ren van bouwplannen de boek- en courantendrukkerijen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 520