51 werkzaamheden een aanvang zoude moeten worden gemaakt, kon uit den aard der zaak, wijl omtrent de uitvoering nog niet was heslist, niet worden ingegaan. Bovengenoemde commissie wensckte alsnu te vernemen, of de raad genegen was de gestelde voorwaarden aan de totstand koming van den zijtak naar deze gemeente, zooals die in het plan was opgenomen, aan te nemen, of zoodanig te wijzigen, dat de bezwaren van den minister werden weggenomen enz. Onmiddellijk werd hij dit schrijven gevoegd een rapport van de Bredasche raadscommissie voor het scheepvaartkanaal, waarbij deze als hare meening deed kennen, dat zoowel in het belang der scheepvaart als met het oog op de volksgezondheid in deze gemeente de sub vijf gestelde voorwaarde moest blij ven gehandhaafd, doch dat werd in overweging gegeven, den minister te verzoeken alsnog de redenen te willen opgeven, die de door de gemeente Breda gestelde voorwaarde onaannemelijk maakten. l)e verlangde spoed had aanleiding gegeven, dat, vóór de zaak in den raad in behandeling kwam, ontvangen werd een schrijven van den minister, houdende toezending van een ex tract uit liet rapport van den arrondissements-ingenieur, waar in de bezwaren tegen de sub 5 gestelde voorwaarden werden ontvouwd. Die bezwaren nu bleken te berusten op eene dwaling. De gemeente heeft betoogde de voorzitter geene overeen komst aangegaan omtrent het inlaten van water met het be stuur van Haven en Sassen van Zevenbergen. Integendeel zoodra het water in de Haven alhier tot beneden 18 c.M. A. P. is gedaald, wordt daarvan bericht gegeven aan het heem raadschap van Marlt en Dintel. Dit bestuur zorgt alsdan voor het inlaten van water en, zoover het niet in staat is die inla ting langs het Dintelsas te bewerkstelligen, wordt het verzoek daartoe gedaan aan het bestuur van Haven en Sassen. Voor 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 79