54 Wordt door curatoren van liet gymnasium ontraden eëne verklaring van ouders of voogden te vorderen met betrekking tot liet doel dat met liet onderwijs beoogd wordtde commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs daarentegen kan zich met de verplichting tot het doen afgeven eener zoodanige ver klaring wel vereenigen. Wat ons aangaatwij gelooven niet, dat de bedoelde verkla ring eenig praktisch nut zal opleveren. Als het onderwijs niet wordt voortgezet, zullen wel altijd redenen daarvoor bij te brengen zijn. Geheel gaan wij samen met de wijze, waarop de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs het in uwe vergade ring van den 21. Januari 1899 genomen besluit wenscht uit te voeren. O. a. zal in het programma der lessen niet het minste of geringste veranderd wordende toelatingsexamens zullen evenals vroeger worden afgenomen, zóó dat zooveel mogelijk slechts die adspiranten worden toegelaten, die het onderwijs goed kunnen volgen, enz. Dezelfde gedragslijn zal ongetwijfeld ook door curatoren van het gymnasium gevolgd worden. En wat betreft het doen vooruitbetalen van schoolgeld voor den geheelleercursusdaaromtrent zijn beide adviseerende colleges het eens, zooals U uit de rapporten blijken zal, dat daarop om versch diende redenen niet kan worden ingegaan. Gok administratieve bezwaren treden daarbij in den weg. In verband met de voorbedoelde adviezen, die wij de eer heb ben hierbij over te leggen, geven wij U in overweging a. aan het reglement tot regeling van het gymnasium toe te voegen het volgende: 1. Wanneer geen genoegzame plaatsen beschikbaar zijn, hebben de jongens den voorrang van toelating boven de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1899 | | pagina 82